Us Buorman #1

Jetz geht’s los!

Even voorbij afslag Leek besluiten we: nu is het echt begonnen. Een paar weken terug kochten we in datzelfde Gronings dorpje een kanariegeel busje die nu, afgeladen met onze spullen, onze Europese droomreis van ruim 5000km moet gaan volbrengen. Geen kleine taak voor dit bijzondere bakbeest die een goede naam verdiend. Dat is dan ook onze eerste opdracht. Voor de grens met Duitsland moeten we eruit zijn.

Iets Portugees? Daar diende hij trouw als ambulancià. Maar het rijtje Portugese fadozangeressen en voetballers (nee, geen Ronaldo) is snel op. Een Duitse naam, dan? Het is natuurlijk wel een Volkswagen. Iets Ests – onze eindbestemming – of toch maar Frysk; Us memmetaal.

Nadat het laatste stoplicht op de ring van Groningen op groen springt, druk ik het gaspedaal even flink in. Optrekken kan die als de beste, zo blijkt. “Wat is it ek in beukerd!”, roept Lourens. Beukerd. De Beuk. Wat is beuk in het Estisch? Ladies and gentleman: we have a winner!
De Pöök (spreek uit als peuk). It Pöökje, voor intimi.

Hamburgse piraten

De eerste stop op de reis is Hamburg; de vrije Hanzestad. Hamburg was eeuwenlang eigen baas en die geschiedenis echoot nog steeds na in deze eigenzinnige stad. Het piratenlogo van de populaire wijk (en voetbalclub) St. Pauli is overal zichtbaar op muren, T-shirts en lichaamsdelen. En stickers. Want daar zijn ze gek op in Hamburg. Elke strijdkreet of woordspeling die je maar kan bedenken, valt wel terug te lezen op een sticker. Fascists fuck off, Refugees wilkommen, cops = pigs, etc. Een paar weken geleden vlogen hier de stoeptegels en molotovcocktails door de lucht tijdens de G20 top, waar wereldleiders over de toekomst van de wereld vergaderden. Dagenlang schreeuwden activisten hun kelen schor en beleefde Hamburg grimmige nachten. En dat is nog steeds voelbaar, in elk geval in St. Pauli.

We zoeken Rote Flora op, het bolwerk van de antifascisten, waar we hopen te kunnen spreken met mensen en hun verhaal te horen. We worden echter nogal op afstand gehouden. Rote Flora zit potdicht. Letterlijk en figuurlijk. Zo nu en dan glippen er mensen naar binnen voor besloten meetings. Sowieso voelen we ons niet heel erg gewenst en worden onze camera’s met argusogen bekeken.

Als Lourens een skatende punker op de kiek wil zetten komt een jongen met een imponerend grote hond ons duidelijk maken dat de mensen daar niet van gediend zijn. Als ik om me heen kijk vermoed ik dat het gros van de mensen die ik zie, wel eens in contact is geweest met de politie. Het parkje naast Rote Flora lijkt wel een meetingpoint voor anarchisten en drugsdealers, met even verderop een speeltuin vol spelende kinderen. Dat dan weer wel.

Even later lopen we door een hofje dat vermoedelijk al dertig jaar in ongeveer dezelfde staat verkeerd. Alleen de mensen zijn een jaartje ouder geworden. Niet vriendelijker, want ook hier wordt onze aanwezigheid niet op prijs gesteld. Het is frustrerend niet de openheid te voelen om in gesprek te gaan en we missen domweg (nog) de brutale journalistieke slimheid om te gaan graven en prikken.

“Get your head out of your ass!” Nog zo’n veel gelezen kreet (en sticker) Volgens een Iraanse kioskhouder genaamd Ekko (same name as you, only pronounced drunk), zijn het vooral de anarchisten zelf die hun kop in hun reet hebben. Ze willen alles zo houden als het was, terwijl de wereld om hen heen verandert. Misschien niet altijd ten goede, maar met die gesloten mentaliteit en het in de fik steken van auto’s verbeter je de wereld ook niet, zegt de goedlachse Ekko, die en passant ons trots zijn voorraad Amsterdamse Oedipus biertjes laat zien.

Het meest typerende beeld dat we zien is misschien wel ‘de hengelende anti-kapitalist’. Op verschillende plekken in de stad zitten punkachtige figuren op een muurtje of container met een hengel en een bakje te vissen naar geld. Een tikje ironisch, als je er over nadenkt.

Hamburg is een feest voor het oog. Alles is er. Van het enorme havencomplex en het nabij gelegen gloednieuwe en protserige woondistrict, over de keurige promenades langs het binnenmeer, via het Sodom & Gomorra van de Reeperbahn naar de graffiti en gezellige eettentjes van St. Pauli en al die andere plekken waar we niet zijn geweest.

Wat opvalt: de mensen zijn over het algemeen super vriendelijk, beleefd en behulpzaam. Kom daar maar eens om in een Amsterdamse tram. Vuig & vriendelijk. En veel! Laat ik met die drie V’s Hamburg maar beschrijven. Twee dagen is in elk geval veel te kort om de stad echt op te zuigen en te vangen in woorden en beelden. Dit zal hoogstwaarschijnlijk voor meerdere plekken gelden. Het is doorbeuken geblazen, maar dat is ons Pöökje dan ook het meeste naar het zin.