Us Buorman #2

De trots & het verdriet van Polen


“Lithuania, my country! You are as good health:

I never knew till now

How precious, till I lost you”

fragment uit Mr Tadeusz (1834) van Adam Minckiewitz

Anders dan dat je misschien zou vermoeden, gaat dit gedicht niet over Litouwen. Ja, ook. Ooit was Polen en Litouwen één groot rijk; het grootste van Europa. Van de Oostzee tot de Zwarte zee.
Er bestaat een filmpje over de veranderende landsgrenzen van het land door de eeuwen heen.
Het land zet uit, krimpt, danst van rechts naar links en verandert als een Barbapapa voortdurend van vorm. Na de 2e wereldoorlog schoof het hele land een stuk naar links op. Miljoenen mensen raakten ontheemd en op drift. Complete families trokken weg uit steden en dorpen van hun voorouders naar een nieuwe toekomst op een vreemde plek, niet voor het eerst in hun geschiedenis.

Waarom ik dit vertel is omdat het belangrijk te weten is dat de Pool zijn verleden met zich mee draagt. In veel grotere mate dan wij Nederlanders. De tweede wereldoorlog verdwijnt langzaam uit ons collectief geheugen. Dat we ergens – along the way – België zijn kwijtgeraakt in de Nederlanden, ach, daar maalt niemand meer om. Het koloniaal verleden? Daar zwijgen we liever over. Waarom zou je oude wonden oprakelen? We hebben Zwarte Piet nog, maar daarvan probeert het gros zich van te verzekeren dat het slechts een onschuldig kinderfeest betreft.

Voor Polen ligt dit heel anders. Historisch besef is een algemeen goed. Belangrijke gebeurtenissen worden zorgvuldig herdacht. Polen is de Europese olifant als het om geheugen gaat. Het land heeft zeven buren en met elk hebben ze een complexe band, die soms eeuwen terug gaat. Een van die landen is Litouwen. Wilno (Vilnius) wordt nog steeds beschouwt als een Poolse stad. Het is als een afgehakt ledemaat. Dat is waar het gedicht over gaat, dat iedere Pool feilloos op kan dreunen: de pijn van het verlies van je thuis.

Nergens werd dat verlies heftiger gevoeld dan in Warschau, dat in de oorlog met de grond gelijk werd gemaakt. Hitler gaf de order om Warschau en haar inwoners te vernietigen en uit te roeien als afschrikking voor de rest van Europa. Na de oorlog werd de oude stad in ere hersteld. Perfecte replica’s van paleizen, theaters en raadhuizen staan fier overeind alsof ze nooit weg zijn geweest.
Het toont de veerkracht en werklust van een volk dat zowel het verdriet als de trots van het verleden met zich mee draagt.

De omgekeerde cultuurschok

Thuis ligt inmiddels al meer dan duizend kilometers achter ons, als wij deze dagen verblijven in achtereenvolgens Poznan en Warschau. Na een nacht wildkamperen aan de Oostzee, vlakbij Rostock, met bier, kampvuur en goede gesprekken zijn we in onze tocht richting Polen van de snelweg afgegaan om meer van de omgeving te kunnen zien. Het is een weinig opbeurende tocht langs grauwe vervallen huizen in steden en dorpjes. We kijken meerdere malen tegen het glanzende kale hoofd van de leider van de AFD aan (Die Alternative Für Deutschland), de Duitse PVV om het simpel te zeggen. En het is niet moeilijk te raden waarom de inwoners van deze regio hun heil zoeken in een partij die een alternatief zegt te bieden op de huidige, weinig rooskleurige situatie.

Dan is daar eindelijk de grens met Polen en op één of andere manier verwacht je toch te worden gestopt, met tijdrovende (en vergeefse) zoektochten naar drugs of iets anders. Maar ons Pöökje wordt vriendelijk door gezwaaid en rijdt het Poolse land in.

We besluiten niet te overnachten in Szczsi… czeczec … Szczecin. Onder andere omdat we de naam niet uit kunnen spreken. Niet omdat het geen mooie stad is. Integendeel! Als we door de stad rijden kijken we onze ogen uit. Als we een paar uur later Poznan binnenrijden is onze verbazing misschien nog wel groter. Het is de omgekeerde cultuurshock.

Laten we voor onszelf spreken: we hadden een bepaald beeld van Polen, dat misschien redelijk overeen kwam met de werkelijkheid… 20 jaar geleden. Poznan is werkelijk waar prachtig!
Wijds, groen, schitterende gebouwen, sfeervolle parken, hypermoderne winkelcentra, marktpleinen… wacht even, dit begint op een passage van de Lonely Planet te lijken en wij zijn hier niet om een reisgids te schrijven, maar om de Europeaan te observeren; te doorgronden.

Polen is de afgelopen tijd regelmatig in het nieuws. Het land zou de weg kwijt zijn en aansturen op een ramkoers met de EU. Dat is grofweg het verhaal dat wij in Nederland te horen krijgen. In Polen zelf maakt men zich ogenschijnlijk een stuk minder druk, zelfs de wat meer progressieve mensen.
Het land is nog steeds in volle kracht vooruit en laat zich door niemand afremmen en is hard op weg om oude glorie te laten herleven. Meer een Polish dan een European dream, misschien, maar de Polen zijn heus niet blind voor de voordelen en het perspectief dat één Europa biedt. Ze worden alleen niet graag verteld wat ze moeten doen. Wat extremere Polen schertsen dat European Union op Sovjet Union begint te lijken. Maar een Pexit hoeven we voorlopig nog niet te verwachten.

We leren een hoop over het land van Marcin en Agnieszka, met wie we hebben afgesproken in Poznan. Zoals bijvoorbeeld dat familiebanden boven alles gaan. Als een achterneef of –nicht, die je misschien nog nooit hebt ontmoet, geld of de auto van je wil lenen, dikke kans dat je daar gehoor aan zult geven. Zo is dit gesprek ook feitelijk tot stand gekomen door familiebanden, maar Marcin en zijn vrouw lijken gelukkig niet met tegenzin met ons te willen praten.

Marcin, die lesgeeft op een universiteit en een muzikale voorliefde heeft voor Slayer, praat honderduit en geeft een gratis lezing van een paar uur, waarbij Agnieszka hem zo nu en dan verbetert en hem ondersteunt in zijn Engels. Terwijl de pullen bier over tafel gaan, vallen onze monden steeds verder open van verbazing. Bij het horen van een gemiddeld Pools salaris – terwijl de prijzen voor goederen (behalve drank en eten) zo goed als hetzelfde zijn als bij ons – brengt dat even het schaamrood op de kaken.

Schuw als ze zijn willen ze liever niet op camera of zelfs op geluidsband. Hier lopen we vaker tegenaan, maar eerder die dag weten we een aantal mensen te strikken en krijgen we mooie en eerlijke antwoorden. Ook in het Pools, want we willen – zeker bij de moeilijkere vragen – dat ze zich goed kunnen uitdrukken en dat kan het beste in de taal die je eigen is. De Poolse taal is voor ons totaal onbegrijpelijk en onleesbaar. Goedendag, dankjewel en de betere scheldwoorden gaan ons nog goed af, maar daarna houdt het snel op. Qua communicatie is er echter geen enkel probleem. Velen spreken de taal vloeiend. Net als bij ons, is Engels gewoon verplicht op school en kijkt men anders dan in Duitsland, niet naar nagesynchroniseerde Engelstalige films.

Volle kracht vooruit in Warschau

We laten Poznan achter, maar dragen de herinnering mee in ons hoofd. Het feit dat we niet precies weten hoeveel wodkashots we gisteren kregen, zegt al genoeg. De barman (150 kilo schoon aan de haak) was erg vrijgevig. Zijn advies volgen we echter niet op. Dat luidde weinig genuanceerd als volgt: Fuck Warsaw. Warsaw is boring. Go to Krakow! Krakow is beautiful. Krakow ligt helaas niet bepaald op de route. We rijden noordoostwaarts en rijden over een wederom perfect aangelegde snelweg vol MacDonalds en KFC’s richting de hoofdstad. Lourens’ hand in het uitzoeken van een appartement was in Poznan ‘gouden’. In het studio-appartement nabij het centrum, die niet had misstaan in de VTwonen-gids, hadden we zo nog wel een week willen zitten. In Warschau heeft Lourens wat anders voor ons in petto. Hoewel niet bewust gekozen, komen we terecht in een voormalig politiebunker, compleet met kogelgaten. We staan in eerste instantie wat raar te kijken, maar ook deze plek blijkt een voltreffer. De Pools-Syrische eigenaar Jedrzej bevestigt met verve de heersende mening dat het Poolse volk zeer gastvrij is. Pöökje krijgt een mooi plekje achter het hek en wij ploffen neer op twee zachte bedden en zien de Nederlandse voetbalvrouwen het EK winnen.

De volgende dag jagen we onszelf – volgens de stappenteller op de iPhone – 16 kilometer door Warschau. Net als de stad zelf, waar de drilboren en heipalen overuren maken, gaan we op volle kracht vooruit. We zien de oude herbouwde stad. De oorlogsmonumenten zijn indrukwekkend, zoals de restanten van de muur van de Joodse getto waar we langs lopen, om vervolgens een straat verderop tegen enorme wolkenkrabbers aan te kijken die onze hoofden doen duizelen. We rennen van hot naar her, maar zien en ervaren daardoor eigenlijk weinig écht.

We maken niet voor het eerst de fout, deze reis, teveel te willen. Pas ’s avonds, als ik word bevangen door hoogtevrees op de reusachtige brug over de Wisla, kom ik tot stilstand. Ik focus me op andere zaken dan mijn angst en zie het ene tafereel na het andere aan me voorbij trekken. Terwijl Lourens behendig Warschau bij nacht vereeuwigd op zijn camera, zie ik een vader met dochter hand in hand langs me lopen en aan de overkant een verliefd stelletje misschien wel hun eerste kus geven pal onder een volle maan. In de verte kruisen twee treinen elkaar op een brug. Hun spiegelbeeld strijkt sprookjesachtig over het gladde wateroppervlak van de rivier. Beneden aan de oever heerst een uitgelaten stemming. Veel jongeren drinken bier bij kampvuurtjes. Van onder de brug klinkt een trompet.

Ik denk aan Europa en wat we proberen te vinden of willen zien. Voor ons zijn de mensen zelf het allerbelangrijkst. Zij zijn het echte Europa en of ze nou in Warschau, Tallinn of Leeuwarden wonen, ze zijn allemaal verbonden zijn met elkaar, als verre familie. Familie kies je niet, die heb je. En voor of tegen Europa zijn, is een nonsensvraag. Het is er. We besluiten het lager op te zoeken en een biertje te gaan drinken op het strand en te proosten op Warschau, Polen en Europa. Nostrovia!