Us Buorman #3
De Baltische entree
De eerste week van de reis zit er alweer op als we ons opmaken voor het vertrek uit Warschau en de Baltische intocht. We nemen afscheid in stijl als we Pöök brutaal parkeren naast de poorten van ‘the Old Town’. Behendig klimmen we op het dak, nemen snel een paar foto’s en dan is het bye bye Warsaw!
De wegen in oostelijk Polen zijn er beduidend minder aan toe dan ten westen van de hoofdstad, maar er wordt hard aan gewerkt getuige de vele kilometers die we op provisorische rijstroken afleggen langs ontelbare mannetjes in oranje hesjes, die de langs zoevende auto’s gevaarlijk dicht langs hun heen laten passeren.
Het is een volle reisdag en de brandende zon zorgt ervoor dat we gekookt en gebraden aankomen in Noordoost Polen, vlakbij de grens met Litouwen. We zetten ons kamp op aan een meer in het Narodowy natuurpark. Op de achtergrond van dit al meer dan prachtige uitzicht, staat een kleurige kerk met twee torens, die zo door kan gaan voor een Disneykasteel. We zijn nu naast de Litouwse ook vlakbij de Wit-Russische grens en op één of andere manier is dat toch een vreemd gevoel. Thuis voelt verder dan ooit, zelfs met de bijna constante internetontvangst van 3G, ook hier aan ons sprookjesmeer. Eerder die dag vroegen we ons al af waar de Pool graag op vakantie gaat, in eigen land. Nu hebben we ons antwoord. Niet zozeer de plek waar wij staan. Camping is een te groot woord om de plek te omschrijven. Grasveldje en twee stopcontacten. Maar meer hebben wij en de Pöök dan ook niet nodig. De uitbater is een vriendelijke Pool met wie we alleen in het Italiaans een paar woorden kunnen wisselen. Niet dat we Italiaans kennen, maar hij wel, soort van, en van die taal kunnen we iets meer chocola maken dan van het Pools.
In twee dagen leggen we iets van duizend kilometer af. Maar met de staat van de wegen voelt dat als nog wel meer. We voelen een soort van tijdsdruk omdat we ons nu wel realiseren dat drie weken zomaar voorbij vliegt. De moderne kwaal van het ‘moeten’ dringt zich op. Dan moeten we in Riga zijn, dan in Tallinn en zo verder. Zo komt Litouwen er bekaaid vanaf, want in drie uur tijd rijden we er doorheen. Het okergeel van de graanvelden, het groen van de bossen en een glimp van de stad Kaunas is zo’n beetje het enige wat we meekrijgen en dus hier kunnen melden. Dat en de inmiddels bekende mannetjes met oranje hesjes (en hoofden), die de wegen een flinke upgrade aan het geven zijn. Wat dat betreft is de EU wel degelijk zichtbaar in deze contreien. Grote borden herinneren ons aan de betrokkenheid van Brussel om de verbindingen binnen de unie op orde te krijgen. Over een paar jaar ligt er een netwerk van asfalt die alle uithoeken van Europa met elkaar zal verbinden en voor velen de handel en het reizen behoorlijk zal vergemakkelijken. De impact op het milieu en het landschap zal echter ook aanzienlijk zijn.
Vlak over de grens met Letland worden we welkom geheten door een paar flinke kuilen in de weg. Welcome to Latvia!
De sleutel van Riga
In Riga ontmoeten we Wouter. Inderdaad, geen Letse naam. Wouter is geboren in Sneek en woont sinds twee jaar met zijn Letse vrouw en dochtertje van één in Riga. Het inburgeren in de grootste stad van de Baltische staten (rond de miljoen inwoners) lukt hem tot op zekere hoogte.
Hij onderneemt zelf veel, maar de taal heeft hij (nog) niet onder de knie gekregen en écht close contact krijgen met de mensen hier, blijft moeilijk. En dat zegt wel wat, want Wouter is zonder twijfel één van de meest sociale personen die je kunt treffen. We mogen zijn prachtig verbouwde appartement in downtown Riga gebruiken voor twee dagen, terwijl hij en vele Letten met hem de frisse lucht opzoeken van één de van de badplaatsen buiten Riga. Eerst neemt hij ons nog mee naar een strandtentje waar hij af en toe als DJ wat plaatjes draait. We praten over het Letland door zijn ogen. Over het gemis van familie en vrienden, de koude winters en de nog altijd voortwoekerende corruptie in het land. Het wantrouwen richting de overheid zit er nog diep in; een overblijfsel uit de Sovjettijd. De schaduweconomie is groot. Je moet je kop er goed bijhouden, vertelt Wouter, om je niet te laten naaien door schimmige figuren. Brutaal zijn en alles goed op papier laten zetten.
De bureaucratie – alle regeltjes die we in Nederland soms zo verfoeien – is hier soms ver te zoeken.
We praten ook over zijn toekomstdromen. Of Letland zijn eindstation is? Hopelijk niet. Hij ziet zichzelf met vrouw en kind over een tijdje wel weer verder trekken. Genoeg van de wereld om nog te ontdekken.
Wouter laat ons in de bekwame handen achter van Rise, één van zijn Letse vrienden en tevens DJ. Rise neemt ons mee naar een hippe uitgaansplek midden in de stad. Al snel blijkt dat Rise de halve stad kent en andersom. We blijken met een soort van Letse DJ Paul Elstak op pad te zijn. Overal waar we komen gaan er deuren open, komt er drank op tafel en wordt hij door half Riga aangesproken, geknuffeld en gekust. We gaan door achter- of zijingangen, gaarkeukens, trapjes op en af en worden van tuin tot bar naar club geslingerd. We beleven een onvergetelijke avond. Het doet ons maar weer beseffen hoe mooi en belangrijk verbindingen kunnen zijn. Net als in Poznan. Gezamenlijke vrienden brachten ons bij Wouter en via hem weer bij Ries, de sleutel van Riga.
Nog zo’n mooie verbinding is er met Slava, een Letse fysicus die weer bevriend is met mijn zus, die in Cambridge woont. Kris kras van het oude naar het nieuwe Europa, dus. Slava neemt ons mee naar een middeleeuwse kelder, waar op gezette tijden boeken op z’n Harry Potters bewegen en Lourens een kleine hartverzakking krijgt wanneer een oude geest in het kastje achter hem aan de kettingen rammelt. De serveerster in klederdracht en perfect Engels laat ons naast een verzameling exclusieve bonbons ook nog een aantal goocheltrucs zien, met een wegvliegende vlinder uit een oud boek als climax. Terug naar Slava, want hij neemt ons mee in een razend interessant gesprek over Letse geschiedenis, politiek, wetenschap en filosofie. Zijn enthousiasme en positieve inborst maken hem tot een zeer innemende man. Hij is een graag geziene gast op de Letse tv, maar hij werkt alleen mee aan datgene wat hem nauw aan het hart gaat. Gelukkig voor ons is hij ook begaan met ons project. Hij neemt uitvoerig de tijd om antwoord te geven op al onze vragen. Ook hij wijst op de moeilijke verhouding van het volk met politieke autoriteit, dus ook met Brussel. Een dag eerder zei Rise al: “I love my land, but I don’t love my country”. Met country bedoelt hij de staat, die sinds jaar en dag wordt gewantrouwd. Tientallen jaren van Sovjetoverheersing en het leven in een systeem dat een leugen was, maakt dat er nog heel wat tijd overheen moet gaan voordat het vertrouwen is hersteld. Als dat al gebeurt. Maar Slava bekijkt het met een optimistische inslag. Europa bekent voor hem in elk geval heel veel. Het heeft voor hem deuren geopend en hij staat nu in contact met wetenschappers over het hele continent en daarbuiten. De Letse onafhankelijkheid en de aansluiting met Europa was een “window of opportunity”. De geschiedenis was het Letse volk na eeuwen van knecht-zijn, voor het eerst goed gezind. Hij koestert de dag dat hij als twaalfjarig jongentje in de keuken samen met zijn oma voor het eerst naar een niet Russische radio luisterden en de oma de woorden “Gorbatsjov is no more, Sovjet Union is no more”, telkens herhaalde. Twee duizend kilometer verderop zag ik de beelden van een zingende menigte van Vilnius naar Tallinn op tv. Peuter Lourens zette zijn eerste stappen op het Friese platteland. De Sovjet-Unie was inderdaad no more en de Baltische staten waren geboren.
We ontmoeten Slava later op de avond nogmaals in een andere kelder (wellicht is hij op zijn best zonder daglicht) waar hij samen met de Sceptical Society of Latvia heeft afgesproken. Dat is iets minder spannend dan het klinkt. Het zijn vooral faculteitsgenoten en studenten die informeel samen komen om een drankje te doen. Wat ze als society vooral doen is het ontkrachten van hedendaagse mythes. Bijvoorbeeld over voeding en geneesmiddelen. En Slava ondersteunt hen waar hij kan. De ontmoeting is een mooi contrast met het iets meer hedonistisch gezelschap van de dag ervoor en kunnen we met recht zeggen dat we Riga ten volle hebben ervaren.
Het wordt inmiddels een bekend ritueel: Ergens helemaal induiken en weer weg. Telkens als we een stad of plek achter ons laten bekruipt ons een gevoel van melancholie. Hamburg, Poznan, Warschau, de overnachtingen in de natuur. Ook Riga hebben we in het hart gesloten, misschien wel het meest van allemaal, maar het voorlopige einddoel Estland is in zicht. Dus Tallinn, here we come!