Us Buorman #4

Het vergeten Estland

Meer dan 2500 kilometer hebben wij en de Pöök afgelegd en een deel van onze reis is voltooid!
We hebben Estland en de hoofdstad Tallinn bereikt, waar we ons buurman op gaan zoeken. Daarover volgende keer meer, maar in deze blog willen we wat vertellen over onze gedeelde voorliefde voor verlaten plekken. Woonhuizen, scheepswerven, fabrieken, legerbarakken, gevangenissen, plekken met ooit een duidelijke functie maar die nu zijn overgeleverd aan de krachten van de natuur.

Half vergaan, begroeid en alleen nog maar bevolkt door ongedierte, vogels en een verdwaalde straathond. In het kleine dichtbevolkte Nederland zullen deze processen niet vaak lang worden getolereerd. Een nieuwe bestemming is nooit ver weg, waarbij tegenwoordig ook vaak het karakter van de oude bebouwing behouden blijft. Zoals bijvoorbeeld het Westergasfabriekterrein in Amsterdam of dichter bij huis, plekken als de Blokhuispoort in Leeuwarden.

Op deze reis zijn deze plekken één van onze focuspunten. We verzamelen filmmateriaal van niet alleen het levendige, de steden en de mensen, maar ook van het doodse en het verlatene. In het voormalig Oostblok zijn de sporen van het Sovjettijd nog steeds zichtbaar. Grote eenvormige betonblokken van huizen zijn in alle steden volop te vinden. Zo ook ons appartement in West- Tallinn. Het appartement zelf is welleswaar een knus plekje, maar de verpaupering van de rest van het gebouw is in volle gang en bij de entree dringt de penetrante geur van betonrot je neus binnen. Het is een bewuste keuze om in een grijze buitenwijk te verblijven; om het leven te ervaren zoals het voor een doorsnee burger is. Onze onzichtbare gastvrouw, die via Airbnb het appartement heeft uitbesteed is een kunstenares. Haar appartement heeft het formaat van – wat wij zouden omschrijven als – een studentenhuis. Toch is er ruimte gemaakt voor een piano en boekenkasten vol werken van de grootste kunstenaars en denkers, die de moderne Westerse wereld heeft voortgebracht. Het is niet moeilijk voor te stellen dat mochten wij in Estland zijn opgegroeid en hetzelfde werk doen, wat we nu doen, het heel goed mogelijk zou zijn dat we op een soortgelijke plek zouden wonen.

Vlak naast het gebied waar wij nu tijdelijk verblijven ligt een complete spookwijk. Rondom verrijzen er nieuwe flats of kantoorgebouwen, maar hier staan rijen huisjes er triest en vervallen bij. Het heeft iets post-apocalyptisch en dat is precies de kwaliteit die we qua beeld zoeken. In onze uiteindelijke video-installatie willen we de Europese droom verbeelden. Daar hoort ook de nachtmerrie bij. Wat als Europa zoals we dat nu kennen ‘no more’ is, net als de Sovjet-Unie, de Romeinen of Azteken. Dan wandelen er mensen over pak ‘m beet tweehonderd jaar over de sporen van wat er hier eens was.

Buiten de stad zijn er door het hele land tal van sporen van het ‘oude Estland’. Sommige zijn helemaal niet zo verlaten, zoals de surrealistische oud-gevangenis bij Rummu. De Underwaterprison, wordt het genoemd. Hier groef men een heel meer uit en wierp met de inhoud complete bergen op rondom het complex. (Wellicht moesten de gevangen hier zelf aan mee helpen) In het meer stond een deel van het gevangeniscomplex. Bovenop de berg kun je in het midden nog onder water de contouren zien van de ouwe bebouwing. De plek is een kleine toeristische attractie geworden. Niet alleen zitten er mensen onderaan de berg te zonnebaden of vlees te grillen op de barbecue (geliefde hobby van de Est), maar worden er ruïnes beklommen en naar gelang het lef het toelaat, op verschillende hoogtes vanaf gesprongen. Wij houden het qua springen wijselijk bij één etage. Het is de meest bizarre plek die we tot nu toe zijn tegengekomen, waar Fries-Groningse sporen al reeds zijn achtergelaten op de gevangenismuren in de vorm van stijlvolle graffiti kunst.

Ten oosten van Tallinn kun je aan de kust een oude onderzeeboothaven vinden. Kronkelige slingerweggetjes door een dichtbegroeid bos brengt je bij de plek waar het ooit een af en aan gaan moet zijn geweest van militairen en wapentuig; wellicht zelfs wel nucleaire kernkoppen. Estland heeft niet de behoefte, noch het geld voor dure onderzeeërs en havens die ze moeten bergen.

Toch zou je bijna vergeten dat de NAVO in dit land permanent aanwezig is. Nog altijd wordt er met argwaan naar Rusland gekeken. Een explosief element daarbij is de aanwezigheid van de vele etnische Russen in het land. Net als in Letland bestaat er een moeizame relatie tussen de bevolkingsgroepen. Russen vormen de minderheid en bekleden slechts weinig topposities in de politiek of bedrijfsleven. Sterker nog, een aanzienlijk deel van de Russische minderheid bezit niet eens een geldig paspoort en dus beperkte rechten. Maar een Oekraïens scenario lijkt hier minder op de loer. Zelfs de etnische Russen, hoezeer nog verbonden met het voormalig moederland en een sympathie voor Ruslands leider Poetin, zullen desgevraagd niet de voordelen die de Europese unie hen biedt willen opgeven.

Het zien van dit soort plekken is zowel fascinerend als beklemmend. Je wordt geconfronteerd met de eindigheid van een tijdperk. In dit geval valt vanuit ons perspectief genoeg te zeggen om daar niet rouwig om te zijn. Maar tegelijkertijd ga je ook nadenken over ons eigen perspectief en overlevingskansen. We beseffen ons lang niet altijd hoe goed we het hebben en dat dat niet vanzelf is gegaan. En dat alles eindig is.

Toen Estland onafhankelijk werd, had het land niks behalve chaos en schaarste in alles. Van niks hebben ze het opgebouwd tot wat het nu is en ze zijn nog lang niet klaar. Als we over vijf jaar terugkomen heeft de spookwijk vast en zeker plaats gemaakt voor de moderne flats en hippe restaurantjes, die je nu al overal ziet. Uit chaos ontstaat altijd weer creativiteit en dadendrang. Hoe wrang dat soms ook is. Denk aan de bombardementen op Rotterdam, Berlijn en Warschau. Elk op zijn eigen manier heeft de draad weer opgepakt en gebouwd aan een nieuwe toekomst, met bewonderingswaardige werklust. Wij zijn daar op deze reis actief getuige van.

Een van de eerste Esten die we spraken gaf een interessant antwoord op de vraag wie of wat hij was; welke identiteit. Zijn eigen etniciteit was een mengelmoes van Russisch, Estisch, Oekraïens en Fins, maar hij antwoordde met: ‘I’m free!’. En zijn antwoord op waar hij wel zou willen wonen was al even verrassend. Venezuela was nu het land van zijn dromen. Ja, het is er nu een klerezooi, het land is platzak en chaos heerst. Dat is het hele punt. Was hij in de jaren negentig een jaar of dertig geweest dat was hij nu een ‘rich bitch’ geweest, zegt hij lachend, terwijl hij een slok neemt van zijn derde halve liter bier (om elf uur in de ochtend). Nu werkt hij doordeweeks zeventien uur per dag zich een slag in de rondte. Venezuela, daar wil hij zijn. Hoewel wij niet gelijk staan te springen voor een enkeltje Caracas snappen we hem wel. Op de puinhopen van vandaag liggen de ongekende mogelijkheden voor morgen.